Ik ga dood
19 december 2021 
in Nieuws
7 min. leestijd

Ik ga dood

Dodelijk saai verhaal.

Mijn vriend las mijn blog in testfase en voor hem voelde het ‘zwaar’, lezen over de dood. Het is een zwaar onderwerp voor diegenen die er angst voor hebben is mijn analyse. Ik zal proberen het luchtiger te maken of meer achtergrond te geven. Én je kan jezelf helpen door een glimlach erbij te houden. Want dood ‘zijn’ is vrediger dan je ooit had kunnen bedenken. LET OP: misschien ga je wel dood van het lachen wanneer je het leven begrijpt.


Hoe is dat, dood gaan?

Toen ik achter in de twintig was, ben ik onder een regressie-hypnose regressie sessie gegaan en ik beleefde toen een dood-ervaring. Wow, wat een unieke ervaring! Alhoewel het zo écht voelde, ik had tegelijkertijd moeite te geloven dat het een vorig leven kon zijn. Bestaat dat wel? Maar ik had het als écht gevoeld, dat doodgaan. Mijn begeleider gaf aan dat het er niet omging of het een feit was maar meer hóe ik de beleving kon plaatsen, ook al zou mijn onbewuste er een fantasie verhaal van hebben gemaakt. Ik raakte blijkbaar verbonden met een vorig leven (19e eeuw) waarin ‘ik’ als gehandicapte in een rolstoel bekogeld werd met stenen en één laatste steen mijn hoofd raakte en ik, met een intens licht om me heen, een intens gevoel van liefde kon ervaren. Dit intense gevoel lukt me nog steeds niet goed in woorden over te brengen en is het een gevoel waar ik sindsdien vaak heimwee naar voel.


Tot de dood ons…. verbindt.

De dood was ineens niet eng meer. Wél heb ik het dood-gaan, sterven, nog lang als angstig ervaren. De laatste jaren heb ik meerdere regressie sessies gedaan waarin ik overlijdens van mijn grootmoeders ervaren heb. Daarin voelde ik niet zozeer het licht maar wel het verdriet en pijn wat ze mee namen naar het licht, onafgemaakte zaken. Dit gaf mij meer besef over de wijze waarop wij met elkaar leven in de huidige tijd. Met vanzelfsprekendheid en minder aanwezig.  Met medicijnplant ceremonies, zoals ayahuasca en truffel ceremonies, én holotropische ademsessies heb ik het licht in korte momenten wederom ervaren. Alsof mijn kanalen veel meer en meer worden geopend voor het oneindige bewustzijn en ik er sneller bij kom. Wat het me vooral heeft opgeleverd is dat ik anders in het leven ben gaan staan; met meer vertrouwen en minder angsten. Het dood-gaan-proces geeft mij nu meer vertrouwen doordat ik er aandacht aan geef.


IK ga dood.

Maar ik weet niet wanneer. Wij gaan állemaal dood en weten niet wanneer. Alleen de mensen die stervende zijn weten iets meer van de benadering. Mogelijk haak je nu toch af maar blijf nog even bij. Doodgaan, een thema waar we liever niet aan denken. Terwijl we er dagelijks mee worden geconfronteerd, het is juíst ‘de dood’ dat ons leven vormgeeft. Dood gaan is in ons dagelijks leven te herkennen; we eten dode voeding (planten, dieren), de natuur die transformeert, dode zaken die voeden om in leven te blijven. We leren het sterven via de dagelijkse gebeurtenissen; het loslaten van dingen en personen bijvoorbeeld is een soort sterven. In de honderden scheidingen die ik begeleid heb, heb ik vele ‘stervenden’ gezien. Het dood gaan van de relatie, van een identiteit, de angst voor het verdwijnen van een ouderrol bijvoorbeeld. Juist de angst voor het sterven (persoonlijk verlies) maakt dat het gevecht ertegen erger wordt. Een gevecht tegen het verlies, die als dader en slachtoffer uitgevochten moet worden. ‘IK’ is daarom met hoofdletters geschreven; elk verlies staat in verbinding met een beetje doodgaan van ons ego-zelf, het IK-je.


De relatie met de dood is heel persoonlijk.

Sinds mijn jongste jaren is er een sluimerende angst voor doodgaan geweest. Mijn moeder die bijna verdronken was als kind, een overleden zus die ik nooit gekend heb en niet over gesproken werd; mogelijk is de dood in mijn opvoeding wel een taboe geweest en heb ik dit onbewust opgepikt. Dood-gaan beangstigde me. Denkende aan de pijn bij verlies van dierbaren, schuldgevoel over de pijn die ik achterlaat, pijn in het lichaam wat sterft, een mate van onvoorspelbaarheid. Maar dit jaar ben ik drie keer geconfronteerd geweest met de dood, ook met de angst hiervoor. Het verbaasde me hoe snel ik het als grote geschenken ben gaan zien waarbij de angst verdween. Mijn leven lijkt zich voor te bereiden op het onvermijdelijke met de gebeurtenissen die zich voordoen, uitdagingen.


IK sterf dagelijks

De weg naar de dood noemen we sterven. Het leven is een voorbereiding hierop. Dat herkennen we door scheidingen, verliezen, verlatings- en bindingsangsten, traumatische gebeurtenissen, etc. In mijn eigen leven, in mijn omgeving en in mijn werk zie ik zoveel ontkenningen hiervan. Ik zie ook de ontlading en heling wanneer de dagelijkse dood weer tevoorschijn kan komen, in mijn sessies en in de vele retraites bijvoorbeeld. Zo lang we ontkennen dat we dood gaan, misschien morgen wel, denken we daarbij ook dat alles wat we NU niet hebben opgelost of zijn aangegaan, we nog tijd zat hebben om alsnog te doen wat we te doen hebben. Maar wat als we weten dat we stervende zijn? Dan komt het besef dat we nog veel te doen hebben om ons leven en nabestaanden goed achter te laten. En dat is vaak heel pijnlijk want het klokje tikt weer.


Hugo de Jonge als Vadertje Tijd?

We weten in de Westerse wereld gewoonweg niet goed om te gaan met de weg naar de dood. Dood gaan wordt meestal als angstaanjagend getoond in de meeste culturen en in vele films. Dood gaan en veilig zijn gaan niet samen in de beeldvorming. Kijk maar eens hoe we streven naar ‘veiligheid’ in onze maatschappij. Wanneer jij verteld wordt dat je voor je veiligheid moet zorgen krijg je het gevoel dat het leven eindig is (gevaar, pas op!). Dood gaan is onvermijdelijk en toch denken we dat we het einde kunnen uitstellen door er controle over te houden. We denken hiermee tijd te winnen. Maar het leven is niet te controleren. Is het je overigens opgevallen hoe vaak het woord ‘TIJD’ is genoemd tijdens de persconferentie van de Lockdown? Het is een indirecte benadering van de dood; Vadertje Tijd die zich aandoet, met een zandloper en zeis in zijn hand.


Lang Leve de pandemie.

De pandemie laat zien hoe bang we zijn voor de weg naar de dood. We willen niet sterven en zijn bereid om álles op te geven. Zelfs onze vrijheid. We worden dagelijks geconfronteerd met ziekte die dood veroorzaakt. Terwijl ziekte altijd al heeft bestaan en in vele vormen. We voelen een verdrinking door dagelijkse berichten en klampen ons vast aan reddingsboeien. Veel mensen willen alles aannemen (geloven) wat het dood-gaan zou kunnen tegenhouden. Bij ziekte denken we dood te gaan en zien we ziekte niet als een vorm van heling. Maar waar we werkelijk bang voor zijn is dat we geen kans meer hebben om te kunnen leven. “Ik ben niet bang” wordt veel geroepen. Zelfs bang zijn is al beangstigend (voor het ego).


Had ik maar…

Wanneer mensen op hun sterfbed liggen dan is er vaak spijt. Spijt dat ze niet de dingen gedaan of gezegd hebben maar dan is het te laat. Ze willen nog kunnen zeggen dat ze iemand hebben vergeven of voelen verdriet hoezeer zij zichzelf niet hebben kunnen vergeven. Er is soms nog zoveel haat, wrok, boosheid, schuldgevoel en schaamte bij mensen dat een dreigende ziekte de tijd verkleint, de kans ontneemt gedane zaken vredig af te ronden. Mensen die tijdens het leven hun gedane zaken liefdevol weten af te ronden staan gelukkiger en voldaan in het leven. Ze geven aan dat de dood of dood-gaan niet wenselijk maar ook niet angstig meer is.


Hoe vaak ben JIJ al doodgegaan?

‘Ik schaam me dood.’ ‘Ik sla doodsangsten uit.’ Ik sterf van verdriet’. ‘De één zijn dood is de ander zijn brood.’ ‘Blij met een dode mus.’ ‘Wie bang leeft gaat ook bang dood.’ ‘Wie de dood heeft gezien is blij met koorts.’ ‘Het is hier dodelijk saai.’ We gebruiken menig gezegde over dood en sterven. Bijna dagelijks verlies je wel een stukje van jezelf. Niet van je Ware Zelf, maar van je persoonlijkheid. En elke keer weer groeit je persoonlijkheid weer aan. Zoals de inktvis zich een tijd terugtrekt om een verloren arm weer aan te laten groeien, heeft het weer tijd nodig om bij te komen. Ook mijn ‘ego’ stierf meerdere keren. Binnen relatie en scheidingen, bij ontslag of diefstal. Maar ook bij gevoelens van schaamte en schuld en het erkennen van trauma’s die zijn gebeurd.


Spirituele bypass, quick fix?

Verlies gaat met rouw samen. Echter, velen van ons leren niet hoe we moeten rouwen. ‘Niet zeuren maar poetsen’, is sinds generaties de overleving geweest. Met een spirituele bypass redeneren of mediteren we emoties weg. Terwijl rouwen eenzelfde soort gevoel als liefde is; het heeft geen eenduidige betekenis en beide worden intens gevoeld. Rouwen is eigenlijk een heel liefdevol proces voor jezelf; het brengt je naar vredige acceptatie (curve van Elisabeth Kübler Ross). We verdiepen ons steeds meer in spiritualiteit om bij de Liefdevolle Eenheid te komen. Een spirituele bypass blijkt echter steeds meer een manier om de dood en de rouwfase te ontkennen. Niet willen/kunnen rouwen om wat er verloren is. Zoals bijvoorbeeld het ‘Normaal’ wat verloren gaat, dat je niet meer de vrijheid lijkt te hebben. Dat je relatie niet meer een samen-zijn is en jullie toekomst verdwenen is. Dat je kind niet meer in je huishouding leeft. Wanneer je leert rouwen leer je om te gaan met doodgaan.


Hoe overleef ik dan?

Het begint bij het herkennen van de angst binnen in je, gevoelsmatig. Niet het weglopen van de angst maar je angst te gaan begrijpen. Jouw angst wijst de weg naar jouw overtuigingen en uiteindelijk naar Liefde. Door zelfvergeving en je eigen gedachten onder de loep te nemen leer je dat angst niet bestaat. Leer moedig te zijn, als een strijder die de draak verslaat om liefde te vinden. Durf die draak (je gedachten) te verslaan om de prinses te kussen. Onderzoek ook of je de verbinding wel aan durft. Laat elke dag je ego ( met al je kernovertuigingen) een beetje doodgaan. Zo leer je een vredig leven te leiden en vredig dood te gaan.

Over de schrijver